implanteerbare insulinepomp

In Nederland worden ongeveer 70 insuline afhankelijke mensen behandeld met een implanteerbare insuline pomp als een, naast pancreastransplantatie, last resort hulpmiddel. Om verschillende redenen heeft het toedienen van insuline onder de huid (via injectie of externe pomp) geen of nauwelijks effect met als gevolg een bijzonder lage kwaliteit van leven, verhoogde kans op complicaties, afhankelijkheid van het ziekenhuis en risico van vroegtijdig overlijden Een gevalideerde inschatting is dat nog eens 280 Nederlandse patiënten dit hulpmiddel op korte nodig hebben.
De huidige leverancier kan vanwege productiebeperkingen maximaal vijf pompen per week leveren voor de verschillende Europese landen. De praktijk is nu dat gebruikers onverantwoord lang moeten wachten op vervanging van een MIP (Minimed implanteerbare pomp) en het aantal patiënten op de wachtlijst zal toenemen.
Vanwege bedrijfsmatige redenen heeft Medtronic besloten de productie op termijn volledig te stoppen en zich volledig te richten op de uitwendige insulinepomp.
De huidige pomp is rond 1990 ontwikkeld, nauwelijks geïnnoveerd en alleen al vanwege de omvang slechts voor een beperkte groep te gebruiken.
Bij technische problemen moet de hele pomp operatief worden vervangen en elke pompvulling (elke zes weken) moet in het ziekenhuis worden uitgevoerd.